Handhaving arbeidsrelaties in 2024
Constateert de Belastingdienst dat sprake is van een dienstbetrekking? Ook in 2024 legt de Belastingdienst alleen bij kwaadwillendheid correctieverplichtingen, naheffingsaanslagen en eventueel boetes op.
Het handhavingsmoratorium betekent dat de Belastingdienst in alle andere gevallen alleen een aanwijzing geeft, die je dan wel moet opvolgen. Meestal krijg je drie maanden de tijd om de arbeidsrelatie als dienstbetrekking te verwerken in de loonaangifte. Je kunt ook kijken of je de arbeidsrelatie anders vorm kunt geven, zodat sprake is van werken buiten dienstbetrekking.
Handhavingsplan arbeidsrelaties 2024 en 2025
In het handhavingsplan arbeidsrelaties 2024 wordt de tranche voor 2024 ‘Op weg naar opheffing van het handhavingsmoratorium’ nader uitgewerkt. Nu de ambitie is om het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 op te heffen, zal het handhavingsplan 2025 waarschijnlijk als tranche ‘Handhaven zonder handhavingsmoratorium’ krijgen.
Aan de slag met de beoordeling van arbeidsrelaties
Met het opheffen van het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025, zal de Belastingdienst vanaf die datum bij een onjuiste kwalificatie van een arbeidsrelatie zich niet meer beperken tot het geven van een aanwijzing. De Belastingdienst kan vanaf die datum in alle gevallen weer correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen. In voorkomende gevallen kan vanaf 1 januari 2025 ook een boete worden opgelegd.
Tip! Het is verstandig om aan de slag te gaan met de beoordeling van jouw verschillende arbeidsrelaties. Is er sprake van schijnzelfstandigheid binnen jouw onderneming of van overeenkomsten van opdracht bij het werken met zzp’ers? Onze adviseurs helpen je graag bij deze in de praktijk lastige beoordeling.
Richtlijnen gevolgen voor omzetbelasting en inkomstenbelasting
De Belastingdienst heeft ook een memo gepubliceerd waarin richtlijnen zijn opgenomen voor medewerkers van de Belastingdienst over de verhouding tussen een aanwijzing in de loonbelasting en dat er sprake is van een dienstbetrekking tot de omzetbelasting en inkomstenbelasting. Grofweg komen die richtlijnen op het volgende neer:
- Als een opdrachtgever van de Belastingdienst een aanwijzing krijgt dat er sprake is van een dienstbetrekking, dan werkt dit in beginsel ook door naar de inkomstenbelasting. Daarbij is de kwalificatie in de inkomstenbelasting ook afhankelijk van de overige feiten en omstandigheden bij de opdrachtnemer. In beginsel onderneemt de Belastingdienst bij de opdrachtnemer geen actie op belastingjaren die liggen vóór het moment van de aanwijzing.
- Als een opdrachtgever van de Belastingdienst een aanwijzing krijgt dat er sprake is van een dienstbetrekking, dan kan dit ook gevolgen hebben voor de btw-positie van de opdrachtgever en de opdrachtnemer. De Belastingdienst gaat terughoudend om met het corrigeren van de btw-positie van de opdrachtgever en opdrachtnemer in de tijdvakken die liggen vóór het moment van de aanwijzing.
Heb je vragen over de handhaving schijnzelfstandigheid? Neem gerust contact op.