Tip! De eigen woning blijft in het voorstel, net als nu, in box 1.
Aanpassing: verliesverrekening
Aanvankelijk dacht men nog na over de mogelijkheid om verliezen in box 3 ook te kunnen verrekenen met het verleden. Die mogelijkheid komt niet in het aangepaste voorstel, zodat verliesverrekening alleen mogelijk is met toekomstige jaren. Die verliesverrekening is wel onbeperkt mogelijk.
Aanpassing: al in bezit zijnde onroerende zaken en aandelen
In het eerste voorstel was vergeten om een zogenaamde step-up op te nemen voor onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming die op 1 januari 2027 al in bezit zijn van een belastingplichtige. Dit zou betekenen dat vermogensmutaties die zich voordoen vóór 1 januari 2027 belast zouden worden vanaf 2027.
Om dit te voorkomen worden in het aangepaste voorstel onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming die op 1 januari 2027 al in bezit zijn van een belastingplichtige op die datum gewaardeerd op de waarde in het economische verkeer.
Let op! Voor woningen in box 3 geldt op 1 januari 2027 niet de waarde in het economische verkeer maar de WOZ-waarde.
Overige aanpassingen
De prijs voor het kopen van een genotsrecht (bijvoorbeeld recht op toekomstige rente of dividend) is in het aangepaste voorstel niet in één keer aftrekbaar in het jaar van vestigen van het genotsrecht. In plaats daarvan wordt de prijs in gedeelten in aftrek gebracht in de jaren waarin het genotsrecht bestaat. Ook worden koerswinsten of -verliezen van banktegoeden in vreemde valuta, in tegenstelling tot het eerdere voorstel, toch belast.
Nog niet definitief!
Het voorstel tot een nieuw box 3-stelsel is, ook na de hiervoor genoemde aanpassingen, nog zeker niet definitief. Het is aan de nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet hoe het nieuwe box 3-stelsel vormgegeven gaat worden.
De recente arresten van de Hoge Raad die betrekking hebben op het huidige box 3-stelsel vragen veel van de capaciteit van de Belastingdienst. Onlangs heeft de Belastingdienst de staatssecretaris dan ook laten weten dat er onvoldoende capaciteit is om het nieuwe box 3-stelsel per 1 januari 2027 volledig in te laten gaan in de vorm waarin dit nu is opgenomen in het wetsvoorstel.
Op dit moment laat de staatssecretaris daarom onderzoeken welke alternatieven wel haalbaar zijn. Gedacht wordt onder meer aan een gefaseerde invoering. De staatssecretaris heeft aangegeven dat zijn uitgangspunt wel blijft om per 1 januari 2027 een nieuw stelsel in box 3 in te voeren. De staatssecretaris hoopt eind 2024 de uitkomsten van zijn onderzoek naar alternatieven aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden.
Forfaitaire rendementspercentages 2023-2025
Tegelijkertijd met de aanpassingen maakte de staatssecretaris ook de definitieve forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2023 en het definitieve forfaitaire rendementspercentages voor overige bezittingen voor 2025 bekend. Ook de percentages waarmee in 2024 bij het berekenen van de voorlopige aanslagen 2024 gerekend wordt voor banktegoeden en schulden zijn bekend. Je vindt ze in de hiernavolgende tabel.
2023 | 2024 | 2025 | |
Banktegoeden | 0,92% | voorlopig 1,03% | nog niet bekend |
Overige bezittingen | 6,17% | 6,04% | 5,88% |
Schulden | 2,46% | voorlopig 2,47% | nog niet bekend |
Let op! De definitieve vaststelling van de forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2024 kan pas begin 2025 plaatsvinden.
Heb je nog vragen over box 3? Neem gerust contact op.