Btw-behandeling service­kosten en nuts­voor­zieningen vanaf 1 januari 2025

In december 2023 is het btw-vastgoedbesluit geactualiseerd. De belangrijkste wijziging betreft de btw-behandeling van nutsvoorzieningen en servicekosten vanaf 1 januari 2025, wat gevolgen kan hebben voor verhuurders in de zakelijke vastgoedsector en woonruimten.

Btw-vastgoedbesluit

In december 2023 is het btw-vastgoedbesluit geactualiseerd. De update brengt een aantal wijzigingen met zich mee. Eén van de belangrijkste wijzigingen ziet op de btw-behandeling van nutsvoorzieningen en servicekosten per 1 januari 2025. Deze wijzigingen kunnen gevolgen hebben als je verhuurder bent in de zakelijke vastgoedbranche en bij verhuur van woonruimten.

Casper Aerdts
Casper Aerdts Belastingadviseur

Btw-behandeling bij nutsvoorzieningen en servicekosten

Bij de verhuur van een woning of bedrijfspand brengt de verhuurder vaak ook kosten voor nutsvoorzieningen en zogenaamde servicekosten aan de huurder in rekening. Hierbij gaat het om bedragen die de verhuurder aan de huurder berekent voor bijvoorbeeld de levering van gas, water en elektriciteit (nutsvoorzieningen), werkzaamheden van de huismeester, schoonmaak en reparaties (servicekosten).

Deze kosten kunnen in de huursom zijn verdisconteerd of los van de huur in rekening worden gebracht.

Tot 2024 volgen deze servicekosten en nutsvoorzieningen de btw-kwalificatie van de verhuur. Servicekosten met betrekking tot de verhuur van woningen zijn daarom over het algemeen vrijgesteld van btw. Servicekosten met betrekking tot commerciële ruimten zijn veelal belast met btw.

Let op! Dit beleid mag nog in 2024 en dus tot 1 januari 2025 worden toegepast. Vanaf 1 januari 2025 geldt verplicht de nieuwe regeling. De nieuwe regeling maakt verschil tussen nutsvoorzieningen en servicekosten. We zetten deze op een rij.

Btw-behandeling van nutsvoorzieningen per 1 januari 2025

Als de levering van nutsvoorzieningen aan huurders als een aparte prestatie moet worden beschouwd, ben je als verhuurder over de 21% btw verschuldigd. Dit geldt ongeacht de kwalificatie van de verhuur. Het maakt dus niet uit of de nutsvoorzieningen in de huursom zijn verdisconteerd of niet.

Van een afzonderlijke prestatie is sprake als:

  • de huurder zelf de leverancier kan kiezen en/of;
  • de huurder zelf kan beslissen in welke mate hij de nutsvoorzieningen afneemt.

Een belangrijke indicatie dat de levering van nutsvoorzieningen als een aparte prestatie moet worden beschouwd, is de aanwezigheid van een eigen meter en facturatie op basis van het werkelijke gebruik van de betreffende huurder. In deze gevallen is over de levering van nutsvoorzieningen dus 21% btw verschuldigd.

Btw-behandeling van servicekosten per 1 januari 2025

Volgens de nieuwe regeling worden diensten waarvoor servicekosten in rekening worden gebracht belast met 21% btw als:

  • huurders (individueel of gezamenlijk) kunnen kiezen welke partij deze diensten aan hen levert en;
  • de servicekosten als aparte post op de factuur aan de huurders worden vermeld.

Wat betekent dit voor de praktijk?

Bovenstaande beleidswijzigingen kunnen gevolgen hebben voor jou als verhuurder. Wij raden aan om per huurovereenkomst ofwel per onroerende zaak:

  • te beoordelen welke servicekosten en nutsvoorzieningen aan huurders worden doorberekend en;
  • vervolgens na te gaan of sprake is van een op zichzelf staande btw-belaste prestaties die in ieder geval belast zijn met 21% btw, dan wel of;
  • sprake is van prestaties die het btw regime van de verhuur volgen en;
  • hier tijdig over in gesprek te gaan met de huurders;
  • de administratie en facturatie vanaf 2025 aan de uitkomsten aan te passen.

Heb je vragen over btw over servicekosten? Neem gerust contact op.

Casper Aerdts
Casper Aerdts Belastingadviseur